maandag 20 februari 2017

Street life


Braaf

Aangeharkt. Braaf. Dat zijn de woorden die steeds bij me opkomen als ik de Denen en het openbare leven vanaf mijn fietsje beschouw. Ik begin met het fietsen zelf om dit toe te lichten. Fietsers hebben hier hun eigen fietspad. Overal. Precies tussen stoep en autoweg in. Maar dat is in Nederland toch ook zo? Ja, maar hier moet je zeg maar de stoep op van de weg naar het fietspad, en dan weer een stoep op voor de 'echte' stoep. Fietspaden liggen dus een beetje verhoogd en dus echt apart van de autoweg. Overal. Daarnaast zijn ze geasfalteerd. Ook overal. Ik besefte me ineens deze week bij het fietsen van de campus naar huis dat ik weliswaar lekker aan het fietsen was, maar ik tegelijk een beetje verveeld was. En toen realiseerde ik me waarom: er was geen enkel hobbeltje in het fietspad, ik hoef geen enkele slalom of manoeuvre te doen. Ik word niet wakker geschud omdat ik door een putje rij, of over een doorkomende boomwortel heen hops. Ik hoef alleen maar rechtdoor te fietsen. Heel gemakkelijk allemaal. Maar wel een beetje saai... 

Typisch straatbeeld. Allemaal nette Denen met keurige helmpjes, hoge stuurtjes, mooi gepoetste sportfietsen met veel versnellingen en wielrenzadels. Geen omafietsen of ouwe krotten te bekennen. Allemaal rijden ze netjes in een lint op de met stoepranden afgebakende fietspaden. 

 De verkeersregels worden op de voet gevolgd. Als ze gaan stoppen, steken ze hun hand op. Dit is een modelfoto, maar echt, ze doen het allemaal.

Ook de auto's rijden netjes in hun baantjes. De stoplichten gaan op oranje vlak voordat ze op groen gaan, zodat je alvast op je fiets kan springen of gas kan geven. Toch wacht iedereen netjes met in beweging komen tot het groen wordt. In Amsterdam zou dat oranje meteen hetzelfde gaan betekenen als groen: waarom zou je nog 2 seconden wachten tot het echt groen wordt? Maar nee, hier blijft iedereen netjes wachten. Ook voetgangers wachten allemaal voor het rode licht. Bij een groot metrostation, Nørreport, is een groot breed zebrapad met veel mensen, zo één als voor het Centraal Station. Hier lopen ze vast wel door rood! Met die grote hoeveelheid mensen en reizigers. Eh....nee. Ook hier blijven ze allemaal netjes wachten bij het oranje. Tot het echt groen wordt. Het toppunt zag ik vandaag. Er is vlakbij mijn huis een kruising van de weg met een soort fietsroute die dwars op de gewone weg loopt. Het ding is maarliefst een meter breed. Natuurlijk kom je als je erop af rijdt, stoplichten tegen. Ook de voetgangers. Eén vrouw bleef - echt waar - voor het rode licht wachten, vóór die weg van 1 meter breed, terwijl er niets aankwam. Drie stappen had ze nodig om hem over te steken. Eigenlijk zou ik dit fantastisch moeten vinden - eindelijk een land waar mensen zich aan de verkeersregels houden! Dat heb ik nog nooit gezien. Maar nee, stiekem ergerde ik me. Wat een brave bedoening zeg. 


Het kortste zebrapad ooit. U raadt het al, iedereen wacht ook hier netjes voor het rode licht. Ook al kruist het fietspad met een ander fietspad waar 9 van de 10 keer in geen velden of wegen iemand te bekennen is.
 
Bovengenoemd fietspad waar de weg hierboven mee kruist

Auto's toeteren niet. Fietsers, die de veiligste infrastructuur hebben voor fietsers misschien wel ter wereld, rijden met helpjes op en andere beschermende spullen. Anders, de man van mijn huis, heeft zelfs een airbag voor zijn nek die hij omdoet met fietsen. Want fietsen kan gevaarlijk zijn hoor! Jazeker, maar niet in Kopenhagen. Ik heb nog niemand over de stoep zien fietsen, rechts in zien halen, voor auto's langs zien scheuren, over het zebrapad zien rijden. Als het groen wordt voor de voetgangers maar nog niet voor de fietsers, blijven de fietsers staan. Even netjes op je beurt wachten, hoor.

Ik heb er 2 dagen van genoten, maar ik begin me nu te ergeren. Er gaat een enorme braafheid en on-avontuurlijkheid uit van dit openbare straatleven. Nog een stap verder en het lijken wel robotjes die zich over straat begeven, geprogrammeerd om zich aan de regels te houden. Ik liep de deur uit en vlak voor mij hield een vrouw met haar twee kinderen tegen toen ze zomaar wilden oversteken met hun fietsjes. Want, ze moesten eerst naar links en naar rechts kijken. Er was niet eens een auto te horen, laat staan te zien. Eén van de kinderen keek niet goed. Ze stopte hen weer, liet ze nog eens echt goed kijken. Als je hier opgroeit, dacht ik, hoe kun je je dan ooit redden in een ander land? Waar mensen verkeersregels meer dan eens aan hun laars lappen?

Aangehouden

Hoe kun je beter iets illustreren dan met een voorbeeld. Hier komt dan het voorbeeld van de eeuw. Ik fietste vorige week naar de universiteit, toen ineens rechts op de stoep een agent voor mijn ogen opdoemde. Hij stak een rood bordje omhoog...naar mij. Naar mij? Oh eh, nou dan moet ik stoppen dus! Het duurde even voor het tot me doordrong. Ik stopte en stapte af. Ik was erg benieuwd waarom ik tot stoppen werd gemaand: het was licht buiten, dus het kon niks met niet werkende fietsverlichting te maken hebben. Ik had werkelijk geen idee. Natuurlijk begon hij in het Deens, ik liet meteen weten dat het helaas in het Engels moest. Nou, toen kwam het. Wat ik wel niet dacht? Realiseerde ik me wel wat ik gedaan had daar, op die kruising? Ja hoor, dat realiseerde ik me wel. Ik had namelijk door oranje gereden. Door oranje???!! Wat ik wel niet dacht! 'Weet u wat oranje betekent, mevrouw?' 'Eh ja dat betekent waarschuwing, het wordt zo rood dus als je het niet meer kunt halen, moet je stoppen', wist ik zo gauw te vertellen. Precies, beaamde de agent, dus dat betekent stoppen, en niet extra gas geven, zoals ik had gedaan. Maar, wierp ik tegen, ik had veel vaart, dus het was handiger om er nog even doorheen te rijden. Maar niks daarvan! 'Doordat u doorreed, reed u bijna een man aan die wilde oversteken!' Dat leek me sterk, dan zouden de lichten wel heel slecht afgestemd zijn, dacht ik. Ik vroeg me af of ik die discussie moest aangaan, maar ik kon het toch niet laten. 'Hoe kan dat nou', zei ik, 'daar moet toch wat tijd tussenzitten voordat de anderen groen krijgen?' Oei, glad ijs. 'Hier in Denemarken', zei de beste man, 'duurt oranje 4 seconden'. 'Nou ja, misschien is dat in Nederland anders', zei ik. Ik waakte ervoor om over Amsterdam te beginnen, dat leek me geen goeie zet. Dan zou hij mij meteen associëren met een wegpiraat die het niet zo nauw neemt met de verkeersregels (wat soms ook klopt, maar dat geldt voor iedere fietsende Amsterdammer. Rood betekent: doorrijden op eigen risico). Verder leek het me heel onwaarschijnlijk dat het in andere landen niet 4 seconden zou zijn, maar ik kon geen beter antwoord bedenken. Het leek me het handigst om me te veronstschuldigen en na 'ik wil geen gevaar vormen voor anderen' en wat andere politiek correcte opmerkingen, liet hij me mijn weg vervolgen. Pfieuw. Daar kwam ik goed weg, zo leek het. Gevaarlijk rijgedrag had hij het genoemd. Door oranje rijden dus. Tja. Verbijsterd reed ik weg. Aangehouden worden vanwege een bijna-verkeersovertreding. Ik ben mijn hele leven nog nooit aangehouden, hier word ik aangehouden voor een bijna-verkeersovertreding. Welkom in Denemarken, het land waar coulance, grijs en nuance niet lijken voor te komen. Althans, in het verkeer dan. Heerlijk rustig. Heerlijk saai..... 


Stil en schuchter

Het openbare leven is, het zal de lezer inmiddels niet meer verbazen, ook niet al te spannend. Waar je in Nederland of Frankrijk mensen op straat ziet lachen, schreeuwen, gek doen, zich druk maken, zie je hier vooral weer brave mensen. Natuurlijk schreeuwt er hier ook wel eens iemand wat over straat, maar men is hier toch vooral een beetje schuchter en stil. Ik moet er erg aan wennen dat mensen je vaak niet groeten. Niet dat Nederlanders nou zo hartelijk zijn, maar een flauw glimlachje kan er vaak wel van af. Hier niet: mensen kijken soms zelfs eerder weg als je oogcontact zoekt. Dat zal wel het staaltje noordelijkheid zijn: ze zeggen toch altijd, hoe noorderlijker je komt, hoe meer mensen in zich zelf gekeerd zijn, en hoe zuidelijker, hoe opener en naar buiten gericht mensen zijn. Zal ongetwijfeld voornamelijk met de temperatuur te maken hebben. Het lijkt me een aparte ervaring om straks voor het eerst van mijn leven na een reis in Nederland terug te keren en dan níet te denken: bah, die onbeschofte, onvriendelijke Nederlanders. Maar: ah! Wat een hartelijkheid! Natuurlijk is het een kwestie van mensen leren kennen. Als je iemand aanspreekt, dan komt de glimlach vaak wel en volgt er een aardig gesprekje. Toch is het wel wennen: ik vind mezelf voor het eerst heel open en aardig naar vreemden :-)

Ter afsluiting nog even een leuke foto in de categorie: op straat gesignaleerd. 

 Kijk, die Denen zeggen tenminste waar het op staa. Dat dan weer wel.


woensdag 1 februari 2017

Kopenhagen: aankomst

Net aangekomen in Kopenhagen. Zeven weken ga ik hier verblijven om te werken. In mijn geval, schrijven aan mijn dissertatie. Want dat wil nog niet zo vlotten. (Voornamelijk doordat er eerst een ander onderzoek moest worden afgerond. Niet door mijn capaciteiten. Denk ik. Misschien een beetje.) In Parijs goeie ervaringen gehad met schrijven in een ander land. Je hebt geen of een gereduceerd sociaal leven en kan daardoor weinig anders dan schrijven. En een beetje sporten en koken. Heerlijk!! Bevalt me goed steeds, dat gereduceerde leven. Ideaal voor je concentratie.

Toen ik dus de gelegenheid kreeg om 2 maanden naar Kopenhagen te gaan als 'visiting PhD' was de keuze daarom snel gemaakt, zeker toen bleek dat ik er nog geld voor kreeg ook! Het moet niet gekker worden. Ik krijg toch al geld om te studeren...Nou goed, op naar Kopenhagen dus. Ik was er al één keer geweest, vorig jaar november voor een cursus van een week, maar die vond geheel plaats op de campus net buiten de stad in een afgelegen woonwijk. Toen alleen Kopenhagen gezien toen we een etentje hadden in de stad. Maar toen was het al donker. Dus, eigenlijk nog steeds niks van Kopenhagen gezien.

Inmiddels een klein beetje. Gisteren aangekomen, de metro gepakt naar het huis van Anders (hoe kan het ook anders...), een vriend van een collega van mij die aanbood om in zijn appartement te verblijven - het grootste deel van de 2 maanden dat ik hier ben is hij in het buitenland. Zijn apartement ligt, net als die in Parijs, op de 5e verdieping. Anders dan Parijs niet in het centrum, maar net erbuiten. Voor de Amsterdammers onder u, deze buurt voelt een beetje als de Rivierenbuurt. Mooie appartementengebouwen, winkels, wat restaurants. Een fijne buurt, zo lijkt het. Gisteren ben ik twee keer verdwaald op zoek naar een Vietnamees restaurant vlakbij het huis. Dus al best een stukje van de buurt gezien...Dat restaurant was trouwens enorm goed. Dat is dan wel weer fijn na drie keer heen en weer gerend te hebben om 21.30 uur 's avonds, met een lege maag. Enfin. Dit weekend ga ik het centrum maar eens bekijken.

Fietsen

Vandaag ging ik maar meteen naar de universiteit. Die praktische dingetjes regelen duurt altijd langer dan je denkt. Pasje, sleutel, werkplek. Natuurlijk vandaag al meteen de fiets gepakt. Ik kan vanaf morgen een fiets van Niels Christian lenen, dat is de assistent professor die mij hier heeft uitgenodigd. Maar ik kon niet wachten hoor. Gisteren even met de zus van Anders gesproken, die in het gebouw hiernaast woont, en zij vertelde dat je ook hier een goedkoop huurfietsensysteem hebt, net als de Velib in Parijs! (de trouwe lezers zullen mijn Velib verhalen en adoratie nog wel herinneren) Die moest ik natuurlijk uitproberen. Voor ongeveer 4,50 kan je een uurtje rondrijden, aanmelden via internet, creditcard koppelen, klaar! Dat ging al meteen een stuk makkelijker en sneller dan bij de Velib, waar je eerst op het gemeentehuis een pasje moet halen (?!) en dan bij een Velib station moet registreren en betalen. In het Frans. Nee, dan de Denen: via de website, in het Engels. Zo gepiept. Perfect! Ik naar een station, vlakbij huis. Witte fietsen zijn het. En: elektrisch!! Zo Velib, kom daar maar eens om. Daar moet je de Franse heuvels beklimmen met 3 versnellingen. Maar goed, ze zijn natuurlijk wel wat gewend die Fransen, we hebben het wel over het land van de Tour de France he. In Kopenhagen denkt men vooral aan gemak. Je kunt een fiets op een door jou gekozen station reserveren. Tot op de 5 minuten nauwkeurig. Een half uur lang blijft ie dan voor je staan. Is op de plek van bestemming het station vol? In Parijs moet je dan de hele buurt afstruinen op zoek naar een leeg plekje bij de andere stations - een ellende in spitstijd. In Kopenhagen zeggen ze: ach, is het station vol? Joh, dan parkeer je hem er toch gewoon naast. Geen punt. Kijk, zo kan het ook! Ook de fiets zelf is één en al gemak. Behalve elektrisch (gelukkig kan je wel het niveau kiezen, van geen aandrijving tot een beetje aandrijving bij het trappen tot opgevoerde scooter. Ja, natuurlijk heb ik die scooterstand geprobeerd....hehe) zijn de fietsen ook nog uitgerust met navigatie. Navigatie??!! Welzeker, en het werkt nog fantastisch ook.

Wat is een fiets zonder ingebouwde navigatie?

Nooit meer verdwalen

Ik ben trouwens van alle kanten gewaarschuwd dat fietsen in Kopenhagen toch wel gevaarlijk is en je vooral goed moet uitkijken en een helm moet dragen. Daar gaan wij als Nederlander natuurlijk niet aan beginnen. En eerlijk gezegd snap ik de ophef niet. Vandaag een half uur naar de campus gefietst en een half uur terug. De gehele weg was er een apart fietspad. Soms zelf aparte stoplichten. Auto's houden rekening met je, iedereen rijdt netjes. Eigenlijk, bedacht ik, zijn het gewoon een beetje watjes, die Denen. Dat rijdt daar met hun mooie fietsjes (oude barrels heb ik nog niet gezien), met hun helmpjes, netjes hun hand uitstekend, niet te hard fietsend.... Nee dan Amsterdam, waar iedereen door elkaar krioelt en je pas echt leert fietsen. Of Parijs, waar fietsen eigenlijk meer overleven is tussen alle auto's, bussen, taxi's. Dus, mijn conclusie van vandaag, fietsen in Kopenhagen is eigenlijk maar een saaie boel. Ik ben natuurlijk nog niet in het centrum geweest, daar zal de kans op aanrijdingen (met toeristen) ongetwijfeld groter zijn. Zeker omdat de fietspaden hier net iets lager liggen dan de stoep (soms is het lastig de stoeprand op te merken zelfs) en geen andere kleur hebben, of fietssymbool. Je denkt dus al gauw dat je op de stoep loopt. Ik was gisteren zelfs een paar keer mis. Maar goed, als dat alles is...

Niet alleen wat betreft de fietsen is aan alles gedacht en ben je van alle gemakken voorzien.

Huis

Wat huizen betreft nog niet veel verschillen met Nederland opgemerkt. Alleen deze: de "achteruitgang". Bij appartementen. Nog nooit gezien. Tot grote verbazing van Anders, toen hij me gisteren rondleidde. Leerde ik in St Louis de 'garbage alley' kennen, de weggetjes waar de achterkanten van de huizen op uitkomen en waar de vuilnisauto doorheen rijdt, hier heb je de achteruitgang, een tweede trappenhuis, verborgen tussen de huizen. Zeker in geval van Anders.

 Zo zit je aan de keukentafel...

...En dan open je de geheime deur en zit je in het trappenhuis!

Het is dus eigenlijk een overdekte brandtrap. Ik vind het wel heel speciaal. Een beetje een Alice in Wonderland gevoel. Verder is me nog weinig opgevallen. Behalve dat de ramen heel rare sloten hebben en je ook hier, net als in Amerika, de sleutel van een deur niet rechtsom moet draaien om hem te openen, maar juist linksom. Daar snap ik nog steeds niks van. Ik dacht eerst dat het lag aan die gekke Amerikanen maar de Denen hebben het dus ook.

Over het huis van Anders vertel ik een volgende keer. Daar heb ik inmiddels ook wat theorieën over bedacht. Hehe. Tot zover dag 1 en 2!