zondag 27 september 2015

Het kind dat slaapt

Iedere kerstvakantie haalde ik als kind de lego tevoorschijn en zat ik urenlang te bouwen. Op een gegeven moment stopte dat. Waarom weet ik niet. Ik had er ineens geen tijd meer voor, zo leek het, het kwam er niet meer van. Maar ik wilde het wel. Jarenlang nam ik me voor om "dit jaar nu echt" met Kerst de lego weer eens tevoorschijn te halen om urenlang te gaan bouwen. Maar ieder jaar weer gebeurde het niet, en ieder jaar weer dacht ik: volgend jaar dan maar, dan doe ik het écht. Het is er nooit meer van gekomen.

Als je kind bent, speel je. Als je opgroeit en ouder wordt, stop je met spelen. Hier heb ik het altijd moeilijk mee gehad. Ik heb nooit begrepen waarom het stopt. Mijn behoefte om met lego to spelen, in bomen te klimmen, te schommelen, op trampolines te springen, door bosjes te kruipen, is namelijk nooit verdwenen. Ik dacht altijd: dat zal vanzelf wel weggaan als je ouder wordt. Vrienden hoor ik hier immers nooit over? Maar het ging niet weg. Het gaat maar niet weg. En dat is gek...toch? Dus zit het daar maar te zitten, te sluimeren, altijd aanwezig op de achtergrond.

En dan kom je in City Museum in St Louis. En dan mag je ineens weer spelen. Zonder je ergens voor te schamen, klim je, klauter je, samen met kleine en grote kinderen, door nauwe gangen van traliewerk, kruip je op handen en knieën door gangenstelsels, wurm je je door nauwe openingen in grottenstelsels. Via buizen gemaakt van tralies klim je naar grote hoogten, in oude vliegtuigen die daar "hangen", in een oude schoolbus. Boven gekomen ga je met een glijbaan weer naar beneden, in smalle buizen, op je rug, met een noodvaart. En dan wil je nog een keer, en dan nóg harder. Is er nog een andere weg naar boven?

Je klimt weer. Je kruipt weer. Je klautert weer. Je verdwaalt weer. Wanneer je dat voor het laatst gedaan hebt, kan je je niet eens meer herinneren. Je hebt niks bij je, geen telefoon, geen geld. Je bent in het hier en nu, je ontdekt, je spéélt. Je gaat weer "doen alsof". Alsof je een piloot bent. Of iemand die wordt achtervolgd door de slechten. Alsof je op zoek bent naar een schat. Alsof je de eerste bent die deze gang heeft ontdekt. Zo was het, vroeger. Ineens weet je het weer. Er wordt iets gewekt, wat heel lang heeft geslapen. En het is er nog steeds. Het ligt te wachten, verwachtingsvol. Je denkt dat het weg gaat als je ouder wordt, je denkt dat het bijna weg is als je 30 bent, ja, 40, 50, ja dan is het echt wel weg. Maar dat is niet zo. Het wordt alleen onderdrukt. Door jezelf, omdat je nu, vanaf nu, "volwassen" moet zijn. Het mag er nooit meer uit. Alleen dan misschien als je zelf weer een kind hebt. Anders niet.

Of toch? Want rennen mag je nog steeds. Maar dan moet je wel eerst je sportkleren en hardloopschoenen aandoen. Je mag ook achter een bal aan rennen en je ruimtelijk inzicht gebruiken. Maar dan moet je op voetbal gaan en contributie betalen. Knutselen en dingen bouwen mag ook nog, maar dan moet je het "klussen" noemen. Je mag in de sneeuw spelen, maar dan moet je dat wel "op wintersport gaan" noemen. Alles wat we geleerd hebben bij het spelen, onze zintuigen gebruiken, ons ruimtelijk inzicht, onze creativiteit, het zorgt ervoor dat we een kruispunt kunnen overzien vanuit onze auto's. Dat we strategisch een koffer in kunnen pakken. Dat we iets lekkers kunnen koken. Dat is alles wat er van over is gebleven.

Nog steeds, als het mooi weer is in het weekend, wil ik naar buiten, "iets doen". Maar wat dan? Gewoon, iets. Buiten. Maar je kan niks "gewoon buiten" doen, als "volwassene". Het moet wel een doel hebben. Dat wil je zelf ook ineens, dat het een doel heeft. Dus vaak wordt het dan: een wandeling naar de supermarkt en terug. Of hardlopen. Maar ik besef me nu dat het gevoel "naar buiten te willen om iets te doen" eigenlijk gewoon nog steeds dat gevoel is van "ik wil buitenspelen". Het wordt alleen anders vertaald in je hoofd.

Sommige dingen worden niet vertaald in mijn hoofd. Soms als ik loop, wil ik liever rennen. Gewoon, daarom. En dan ga ik rennen. Over de stoep, in een winkelstraat, of onderweg naar de Albert Heijn. Ik doe het hier ook, op de campus. Niet omdat ik haast heb, ik heb er gewoon zin in. Het voelt fijn, fijner dan dat lopen. Aan het einde van de campus loopt het stijl naar beneden. Daar kan je dan lekker van af rennen. Als ik in het gras lig en ik lig op een heuvel, ga ik nog altijd even overdwars liggen, en dan rol ik naar beneden. Maar dat doe ik alleen als ik samen met iemand ben. Want ja, mensen zullen wel denken, toch? Als het gesneeuwd heeft, maak ik een vreugdedansje voor het raam en ga ik zo snel als ik kan naar buiten. Om te horen hoe het kraakt onder mijn voeten. Om plekjes te zoeken waar nog niemand heeft gelopen, om daar als eerste voetstappen in de verse sneeuw te zetten. Om een sneeuwbal te maken en te gooien. Ik laat het lijken of ik het terloops doe, of ik het doe met een reden. En als ik écht geen reden kan verzinnen, zoals bij de sneeuwbal, dan doe ik het stiekem. Maar ik doe het wel. Want ik kan niet anders. Ik voel dat ik het moet het doen, ik word er blij van. In de sneeuw rollen is lastiger om stiekem te doen, maar dat kan je dan op wintersport doen, op een helling, aan het einde van de dag, als iedereen naar huis is. Een sneeuwglijbaan maken, dat doe ik niet meer zelf, daarvoor wacht ik nu tot de auto's flink door de straat hebben gereden en de sneeuw tot ijs is aangevroren. En dan neem ik een aanloop, en dan glij ik. Dat kan niet stiekem, maar ik doe het toch, zachtjes "wieeeeee" roepend, omdat ik het net niet kan inhouden. Mijn stiekeme daden van verzet, om te bewijzen, vooral naar mezelf, dat je het gewoon kan blijven doen, altijd.

Toegegeven, sommige dingen veranderen wel. Vanochtend werd ik wakker met het gevoel alsof er een vrachtwagen over me heen was gereden - een paar keer. Van nek tot tenen, alles is stijf. Een gevoel dat kan ik me niet een-twee-drie kan herinneren uit mijn jeugd. Ik word oud, blijkbaar. Maar, mijn lichaam is dit ook niet meer gewend. Dat wat er nog altijd in zat, heeft zo lang moeten slapen, moeten wachten, dat mijn lichaam het vergeten is. Wordt spelen inderdaad steeds moeilijker omdat je ouder wordt, of gewoon omdat het steeds langer geleden is dat je het gedaan hebt?

Ik schijn op mijn 23e tegen een vriendin gezegd te hebben: "ik wil niet volwassen worden, dat kan altijd nog". Daar moest ze nog altijd aan denken, zij ze laatst. Dat vond ik mooi, ik was het zelf vergeten. Nu, op mijn 32e, vind ik het eigenlijk nog steeds. En ik wil het ook zo lang mogelijk volhouden. Wat het City Museum in mij heeft wakker gemaakt, mag niet wegzakken. Dit jaar met Kerst ga ik de lego tevoorschijn halen. En nu echt. Geen tijd voor? Tijd heb je niet, tijd maak je. Als je tijd maakt, komt het weer terug. Want het zit er nog steeds. Het ging niet, weg, het gaat niet weg, en het zal altijd blijven. Het moet blijven. Al moet ik er iedere paar jaar voor naar St. Louis vliegen.

Foto's City Museum




 

A night out with the Cardinals

Gisteravond was het dan zover: eindelijk een keer naar een echte baseball wedstrijd!! En wat voor één, want het toeval wil dat wij bivakkeren in de stad van één van de beste baseball teams van de hele USA: de St Louis Cardinals! Via de universiteit konden we aan goedkope tickets komen, dus daar hebben we al die tijd op gewacht, en uiteindelijk dus gisteravond naar de wedstrijd: St Louis Cardinals tegen de Milwaukee Brewers, om 7.15pm!

Ons ticket! Wij betaalden 15 dollar, de normale prijs is 44 dollar. De goedkoopste tickets zijn 36 dollar. Toch best prijzig als je bedenkt dat dit een familiesport is, mensen gaan vaak met het hele gezin
Met de metro naar Busch stadium rond half zeven. De metrohalte ligt naast het stadium, wat zich bevindt in "down town" St Louis, geografisch gezien het stadscentrum maar tegenwoordig is er weinig meer te beleven. Alleen met wedstrijden van de St Louis Cardinals loopt het hele stadsdeel vol met fans. Want de Cardinals hebben een enorme "fanbase": lang was dit de enige club in het zuiden/midwest deel van Amerika, waardoor bijna alle mensen in die regio van oudsher het fan zijn van de Cardinals hebben meegekregen (van vader op zoon, je weet hoe dat gaat). Inmiddels zijn er natuurlijk wel meer clubs in de regio (de Chicago Cubs bijvoorbeeld) maar die zijn later ontstaan. Dat verklaart waarom bij iedere wedstrijd mensen van heinde en verre komen om de Cardinals te zien spelen (1/3 van de bezoekers komt van buiten Missouri!). En het stadion dus eigenlijk altijd vol is. Wel zo gezellig!

Voor het Busch stadium! Net geen ondergaande zon meer helaas (zoals in de honkbalfilm The Natural, die we de avond ervoor hebben gekeken)

Als je de metro uitkomt, kom je pal naast het stadion uit. Prachtig!! Enorm indrukwekkend, groot en met de naam van de club in mooie, sierlijke rode neon letters op de gevel. Grote mensenstromen steken de straat over naar het stadion, mensen van alle leeftijden en soorten en maten: gezinnen, vrouwen, kinderen, oudere mensen, ook meerdere nationaliteiten/afkomsten. Allemaal in het Cardinal-rood.

Een warm welkom
Ondanks de grote hoeveelheid mensen, vormen zich vrijwel geen rijen bij de ingang (achter mij op de foto). We lopen langs een mevrouw die rustig aangeeft dat je je tas moet openmaken, we lopen door een poortje en een man kijkt even vluchtig in mijn tas en zegt als grapje: "you're travelling light...!" ("jij hebt weinig bij je...!". Ik antwoord: wat nemen mensen normaal allemaal mee dan?! Hij: "Dat geloof je niet!" Met andere woorden, heel vriendelijk. Dan de kaartcontrole. De jongen die de kaartjes scant, zegt tegen iedereen: "Welcome to the Cardinals!" Kortom, je wordt bij binnenkomst echt welkom geheten. Geen gestress, chagrijnige beveiligingsmensen, maar een warm welkom. Zo ben ik nog nooit een evenement binnengelopen....! Het maakt dat je meteen in een blije stemming bent.
Eenmaal binnen wordt je kaartje trouwens niet meer gecontroleerd. Wat maakt dat je meteen na binnenkomst de laagste tribune op kunt zoeken en erachter kunt staan gaan kijken. Dat mag gewoon en dat doen maar een handjevol mensen.

 Van links...

 Naar midden...

Naar rechts

 
Een overview in 3D! (Die gillende man is een verkoper die o.a. pinda's verkoopt, zo te horen)
 
Gemoedelijkheid
Vriendelijkheid en positiviteit is trouwens meteen de kern van de hele avond. Ik had nooit verwacht dat er zo'n fijne, rustige, sportieve sfeer zou heersen. Wat een verschil met voetbal in Nederland, waar agressie en fanatisme de boventoon voeren onder supporters. Je denkt daar wel twee keer na voordat je je kind meeneemt naar een wedstrijd. Hier wemelt het van de kinderen, en vrouwen, ouderen, van alles wat. Een "family game", zo wordt het baseball wel omschreven en dat klopt precies. Dat wil niet zeggen dat ze niet echt voor de wedstrijd komen: mensen lopen natuurlijk wel rond (en kopen eten inderdaad) maar het stadion zit vol, en mensen leven mee met de wedstrijd. Ook valt wederom op hoe aardig mensen hier zijn voor elkaar. Niemand heeft haast, dringt voor, beukt elkaar omver: IEDEREEN zal sorry zeggen als ze je per ongeluk aanraken, en sterker nog, mensen zeggen al sorry als ze je passeren of als ze door je beeld lopen!! Dit was me al opgevallen maar valt hier des te meer op, omdat het druk is en je dus zou verwachten dat die vriendelijkheid van mensen op straat hier toch wat minder is. Maar niets in minder waar. Een heerlijke ervaring, zeker voor een Amsterdammer....

Op de 3e verdieping moest je nog één trapje op om bij onze plaatsen te komen: section 454. Helemaal bovenin, maar dan nog zag je alles enorm goed. 
Dat is niet goed te zien op foto's natuurlijk, maar de bal konden we goed zien. We hadden qua deel van het veld ook goede plaatsen, vlakbij de pitcher en de hitter, oftewel waar het grootste deel van het spel plaatsvindt

Het uitzicht naar rechts vanuit onze plaatsen

Sportiviteit
Het enige wat ik kan denken is, terwijl ik enorm van deze sfeer geniet: dit is zoals sport bedoeld is. Ondanks dat dit baseball is op het allerhoogste niveau, applaudiseert en joelt het publiek alleen bij mooie wedstrijdmomenten, daarna zijn ze weer stil en kijken ze naar het spel. Er zijn geen spreekkoren, er is geen vijandigheid jegens de tegenstander, sterker nog: de supporters van de tegenstander zitten gewoon TUSSEN de Cardinal fans!! Kan je het je voorstellen dat Feyenoord supporters in het Ajax vak zitten tijdens Ajax-Feyenoord??? Daar moet je dit mee vergelijken, want zelfs bij derby's zitten ze door elkaar. Ongelofelijk. Terwijl ik ervan geniet, denk ik: zo moet voetbal ook ooit geweest zijn...natuurlijk maakt het publiek wel kenbaar als ze het niet eens zijn met de scheidsrechter, maar na wat boe-geroep is het dan ook wel klaar. Hoe is het mogelijk dat deze sport zo puur is gebleven, ondanks de ook hier aanwezige toename van commercie...

 Joehoe! Met Yolande (en Marie en Elsa buiten beeld)

Commercie
Want commercie is er, want wat zou Amerika zijn zonder entertainment in dode spelmomenten? Als er 2 seconden niks gebeurt, worden er meteen allerlei muziekjes, reclames en spelletjes met het publiek uit de kast gehaald. Een man met een microfoon zoekt random mensen op in het publiek, die dan op groot scherm zichtbaar, een spelletje moeten doen waarmee ze iets kunnen winnen. Ook komt de kus voorbij: de camera (beeld omrand met een hart) zoomt in op stelletjes in het publiek, die elkaar dan een zoen moeten geven. (Misschien is dit het geheim wel van die gemoedelijke sfeer! Denk ik ineens. Al die liefde en positiviteit die ze zo het publiek inzenden! Misschien een leuk idee om dit bij het voetbal te introduceren...?)

Verder hoor je af en toe een commercial en zijn er reclameborden. Maar ik vind het zelf nogal meevallen. Het mooiste vind ik, dat de tenue van de spelers geen reclame bevat. Hoofdsponsor Budweiser zie je alleen boven het scorebord, that's it. Je wordt ook niet doodgegooid met flyers, aanbiedingen of weet ik het al. Nee, zoals ik al eerder zei: het voelt heel puur. En dat is prachtig, zeker in deze tijden.

Een typische commerciële onderbreking

Het eten (nou ja, eten...)
Tja, het eten. Daar wil ik opnieuw toch wel even wat over kwijt. Ten eerste is het aanbod voor 99% gefrituurd. Maar dat wisten we al. Daar komt bij dat het helaas best duur is: 10 euro voor een hotdog, en als je een burger+friet combinatie wil moet je daar 15 dollar voor neerleggen. En dan krijg je heel weinig. Weinig?!?! Ja precies! Heel vreemd. Eerlijk gezegd is dit het enige wat tegenvalt in de hele avond (Logistiek zit het ook goed in elkaar trouwens: veel (rol)trappen, wc's die ook schoon zijn, weinig tot geen kaartcontroles tussendoor). Ik besluit nog even door te lopen in de hoop dat ik nog iets ongefrituurds tegenkom (salade durf ik al helemaal niet te zoeken), en dan ineens valt mijn oog op een klein standje waar ze beef brisket en turkey brest sandwiches verkopen!! Gewoon een broodje biefstuk of kalkoenfilet dus! En...je mag er zelf SLA op doen! Zonder dikke vette dressing, gewoon sla! En tomaat! En coleslaw! Fantastisch. Ik kijk niet eens naar de prijs, neem de kalkoenfilet en gooi er een berg sla bovenop (en een heeeel klein beetje saus). Een gezonde maaltijd bij een baseball game, wie had dat gedacht :-)

Dit aten de meeste mensen: een schaal tacochips. Maar zo ongezond is dat toch niet? Wel als je er 1) een laag vloeibare kaas, gevolgd dooor 2) een bonensaus, 3) een laag rode saus en 4) kaassnippers overheen giet...

De wedstrijd
Een wedstrijd duurt 9 innings, zeg maar 9 sets, waarin per set beide partijen aan slag komen. Er wordt pas gewisseld van "kant" als er drie spelers van de tegenpartij zijn uit"gemaakt" ( 3 out). En dat kan best lang duren. Een gemiddelde basballwedstrijd duurt hierdoor zo'n 3-4 uur. Omdat ik graag niet alleen de westrijd wil zien maar ook wat wil opsnuiven van de sfeer en wat baseball spul wil kopen, besluit ik na anderhalf uur (4e inning, nog weinig gebeurd, het is 2-2) rond te gaan lopen om te eten en het stadion te verkennen. Ik blijf iets te lang in de Cardinals hangen helaas (want Suusje kan nooit kiezen en moet altijd alles bekijken en de opties rationeel tegen elkaar afwegen), mis ik toch ineens een enorm stuk van de wedstrijd.

Ineens zie ik op het scorebord dat ze al aan het begin van de 8e inning zijn...wat??!! Ik ren zo snel mogelijk terug naar boven. Yolande en de Franse meiden zijn wel al die tijd blijven kijken...omgekeerde wereld, denk ik bij mezelf: de grootste sportfanaat van de groep gaat in de fanshop rondneuzen en de meiden die vooral voor de ervaring komen zitten de wedstrijd te kijken...! En helaas is het snel daarna ook afgelopen. De tegenpartij slaat een homerun in de 8e inning, waardoor de Cardinals achter komen te staan, en ze halen dit niet meer in. Ze verliezen met 4-3. Wie had dat gedacht, want de Cardinals spelen heel goed dit jaar en hebben ook de play offs gehaald (het eindtoernooi). Ik vraag aan een Amerikaanse jongen wat hij van de uitslag vindt, hebben ze nu slecht gespeeld of was de tegenstander goed, of speelt toeval zo'n grote rol dat iedereen van iedereen kan winnen. Het laatste, zegt hij. Op dit niveau zijn alle teams aan elkaar gewaagd, dus inderdaad kunnen de Cardinals zomaar verliezen. Maar Guillermo (mede student) zegt later dat ze normaal wel beter spelen, dat dit niet zo'n goede wedstrijd was.

Een Cardinalsvlag op het stadion wappert in de wind, met op de achtergrond de "skyline" van downtown St Louis

Dus: ik wil nog een keer!!! Om ze te zien winnen natuurlijk, maar ook om dan een keer de hele wedstrijd te volgen. Want die 3-4 uur is inderdaad zo voorbij. En dan hoef ik de volgende keer ook niet het hele stadion te verkennen, kan ik me puur op de wedstrijd richten. Dus ik ben al aan het kijken voor een volgende keer...want dit was zeker voor herhaling vatbaar! Voor het spel, voor de sfeer, en voor het Amerikaanse gevoel bij deze all-American sport :-)

Ik ben fan :-)

zaterdag 19 september 2015

De Amerikaan deel 1

 Laatst skypte ik met Wouter en die vroeg mij: je bent hier nu een maand, wat vind je nou van DE Amerikaan? Hoe zijn ze nou? Een hele leuke vraag vond ik. Die ik voor mijn gevoel snel moest beantwoorden, want anders wordt het weer "normaal", en valt het je niet meer op. Daarom hierbij wat aspecten van "de Amerikaan", voor zover die bestaat natuurlijk. 

Vriendelijk

Eén van de dingen waar Amerikanen bekend om staan in Nederland, is natuurlijk die vriendelijkheid. Wij nuchtere Hollanders zijn hier nogal sceptisch over: is het echt of is het "fake"? Het komt heel nep over...je kan toch beter gewoon zeggen wat je vindt? Ik was zelf ook heel benieuwd hoe die Amerikaanse "vriendelijkheid" me zou bevallen. In het begin viel het me heel erg op bij bepaalde personen: niet iedereen doet zo, maar ik herinner me bijvoorbeeld van mijn eerste rondje over de afdeling, waarbij ik even ging kennismaken met de mensen die mijn toen ik in Nederland zat, per mail hebben geholpen, dat vooral zij HEEL erg blij en opgewekt deden. Het bekende "How are you?? Are you settling in? Oh that's GREAT!! WONDERFUL!!" enzovoort. Alles met één grote glimlach. Een beetje eng vond ik,ik werd er ongemakkelijk van. Allerlei gedachten kwamen bij me op:
- Vinden ze het echt leuk?
- Moet ik nou zo terugdoen? Kom ik niet heel negatief/saai/ingehouden over als ik "normaal" blijf doen?
- Is dat blije gedoe misschien juist een teken dat ze me eigenlijk lastig vinden? Want met mijn praatjes nam ik natuurlijk wel hun tijd in beslag. Dus, misschien is het zo dat hoe vervelender ze je vinden, hoe "vriendelijker" ze doen...?

Calin (foto) en Lauren (zie vorige blog) zijn een goed voorbeeld van de enorm "vriendelijke" Amerikanen. Maar ik ben er inmiddels achter dat ze a) echt vriendelijk zijn! en b) dat dat overdrevene er nu wel af is, nu ik ze een beetje ken.







Inmiddels ben ik er een beetje aan gewend, en bij sommigen is het wat afgenomen. Dus ik denk dat het vooral bij een eerste kennismaking een beetje vriendelijk acteren is, en later doen ze wat meer "normaal". Ze lopen echt niet de hele dag tegen elkaar te "Hi!!! How are you doing??"-en. En mijn conclusie over de "nepheid" tot nu toe is: eigenlijk doet maar een klein deel dit een beetje overdreven. En dan is het eigenlijk ook wel fijn. Als je iemand van zijn werk haalt, zal die niet zuchtend en steunend je te woord staan, ook al zitten ze misschien niet op je te wachten. Je loopt daardoor wel blij weer weg! En als ze echt liever hebben dat je gaat, dan merk je dat wel aan andere lichaamstaal. Maar ja, met mijn erwtensoep bijvoorbeeld is het wel zo dat ik, ook al drukte ik iemand op het hart om echt EERLIJK te zeggen wat ze ervan vonden, ik toch niet helemaal zeker ben of ze het ook echt lekker vonden. Ze zeiden allemaal van wel natuurlijk...maar ja. Ach, in Nederland zeg je ook niet als iemand gekookt heeft, dat je het niet zo vindt? Maar goed, soms toch wel lastig, die vriendelijkheid, maar over het algemeen wel fijn.

Typisch zuidelijk 
 
Van een aantal locals hoor ik dat die vriendelijkheid ook wel typisch zuidelijk/mid-west is. Je schijnt ook snel te worden aangesproken in bijv een restaurant met "honey", maar dat heb ik nog niet meegemaakt. Wat wel ook typisch zuidelijk is, is dat de "thank you's" je om de oren vliegen. Ik betrap mezelf erop dat ik vrolijk meedoe, bijvoorbeeld als ik iets gekocht heb zeg: "thank you so much!" terwijl ik in Nederland in de Albert Heijn zou volstaan met "bedankt" of niet eens dat, gewoon "doeg". Dat past hier niet echt...:-) Maar ook hiervoor geldt, toch wel fijn om mensen echt te bedanken (of begin ik nu als een Amerikaan te klinken...? :-D).

Begroeting

Waar ik meer moeite mee heb, is het begroeten. Die is hier standaard: "Hi! How are you (doing)?" Het simpele en correcte antwoord luidt natuurlijk: "I'm fine/good, how are you?" "Fine/good!" Einde begroeting. Beetje omslachtig als je het vergelijkt met de Nederlandse begroeting: "Hoi!" gevolgd door het antwoord "Hoi!" Ja maar, wij zeggen toch ook wel eens "Hee! Alles goed?" "Ja hoor, met jou?" "Ja, prima!". Maar volstaan met gewoon hoi/hoi kan ook. En dat is dus de crux: dat doen ze hier niet. Eigenlijk zeg je standaard de hele riedel van hee-hoe-gaat-het-ja-goed-en-met-jou-ja-goed. En dan hoef je dus GEEN gesprek te beginnen, het is echt gewoon een vervanging van hoi-hoi. 

Dus, simpele regels eigenlijk, toch? Nou, Suus krijgt ze er maar niet in. Ik reageer op twee manieren: 1) Of ik ben verrast (elke keer weer) door de 'how-are-you' vraag en ga die automatisch beantwoorden."O eh ja goed, lekker aan het werk". 
2) Of ik zeg "How are you??" dus zonder de vraag te beantwoorden. Dat doe ik als ik krampachtig gefocust ben op dat ik het nu toch eens een keer goed moet doen.

Elke keer als het me lukt om gewoon terug te zeggen: "I'm good, how are you?" juich ik even van binnen. Yes, gelukt! Maar het blijft lastig, omdat toch je instinct is om de vraag te beantwoorden.

Bevrienden

Bovenstaande maakt het natuurlijk al met al wel lastig om te beoordelen of iemand je echt aardig vindt/echt in je geïnteresseerd is of niet. Tot nu toe is mijn ervaring dat als mede-studenten zeggen dat ze wel een keer koffie met je willen drinken, dat ze dat toch ook wel zien zitten. En hoe vaak zeggen wij in Nederland niet tegen elkaar: "we moeten snel weer eens afspreken hoor!" of "ik ga je mailen!" en doen we het uiteindelijk niet? Lauren (van de foto van het potluck dinner) liet me gisteravond weten dat ik haar ECHT ECHT altijd kon bellen om naar muziek te gaan luisteren ergens (want dat is er tot nu toe op het bluesfestival na nog niet echt van gekomen, terwijl St Louis een enorm rijke blues/jazz geschiedenis heeft). Als iemand dat 3 keer zegt, kan je niet anders dan aannemen dat ze het echt wil. 

Behulpzaam

Wat wel ronduit fijn is, is de behulpzaamheid van de mensen. Mocht je op een straathoek even aarzelen waar je heen moet en er staat iemand in je buurt, zal diegene je altijd vragen: heb je hulp nodig? En mocht je die ook nodig hebben, dan helpen ze je maar wat graag.

Gele erwtensoep

Gisteravond was er een "potluck dinner" op de afdeling: een diner waarbij iedereen zijn eigen eten meeneemt. Natuurlijk een mooie gelegenheid om een gerecht te maken wat typisch is voor jouw land of streek. Dus ik dacht: ik maak Hollandse Erwtensoep natuurlijk! Alternatieven waren natuurlijk stoofvlees, hachee en dat soort spul, maar dan sta je meteen weer de hele dag in de keuken. Dus, erwtensoep (al is het september).

Leuk bedacht, maar kan je hier wil spliterwten kopen, en knolselderij...? Dat zijn toch wel essentiële ingrediënten. En rookworst?! Hebben ze hier ook niet natuurlijk. Gelukkig is de supermarkt hier op de hoek een internationale supermarkt, dus wie weet...? Vol goede moed ging ik erheen de avond ervoor. En....gelukt!! Wie had dat gedacht.

Zo maak je erwtensoep in Amerika: met gele spliterwten en Russische rookworst

Ik moest wel wat creativiteit aan de dag leggen, zie foto: de Indiase keuken bleek zowaar gele spliterwten te kennen. Blijkt hetzelfde te werken als groene, alleen....zijn ze geel. Ach ja, dan maar gele erwtensoep, als het maar goed smaakt! Knolselderij was in geen velden of wegen te bekennen, ze kenden het niet eens. Dus dan maar een andere knol: knolraap. Verder prei, wortel, hamlappen, en laurierblad gevonden. Dan dus nog die rookworst. Ik dacht, ik vraag wel naar smoked pork sausage. Vele soorten bekeken, uiteindelijk is het deze geworden:

Wie kent hem niet, de Arbatskaya Rookworst

Het is meer een soort gekookte gelderse, maar het komt in de buurt. Lekker aan het koken geslagen dus, zie hier het eindresultaat:

Erwtensoep American Style! (let op de lepel die blijft staan)
 
Supergoed gelukt!! Maar was ie ook lekker? Beelden zeggen meer dan woorden:
Calin (van het secretriaat) lachte nog net zo NAdat ze een hap had genomen
 
Ook Lauren (ook secretariaat) vond hem heel lekker!
 
En twee mensen hebben met om het recept gevraagd. Toch leuk om de Nederlandse keuken succesvol geïntroduceerd te hebben in St. Louis!
 Nog even ter illustratie de omvang (van de hoeveelheid eten, niet van deze dame....okee dat was een inkoppertje). Die slowcooker met stoofvlees was echt overheerlijk trouwens


 
 En tafel 2, met o.a. jambalaya en green been salad, twee typisch zuidelijke gerechten blijkbaar. Die jambalaya was echt heel lekker!


 
 After-dinner dinner :-) Met Elsa, Marie en Adeline, een andere Franse student van dezelfde universiteit die vorig jaar mee heeft gedaan met het uitwisselingsprogramma en nu een beurs heeft om hier een jaar te studeren. In de "grad lounge". 
 
En weer was ik heel blij met de doggy bag cultuur (ze noemen het hier box, geen doggy bag). Na afloop kreeg iedereen een box om het overgebleven eten mee te kunnen nemen. Trof ik daar in de Grad Lounge 2 hongerige Fransen en 1 hongerige Yolande :-) Dus die doos is alweer bijna leeg. Adeline was ook fan van de erwtensoep trouwens :-) Een geslaagde avond!

zaterdag 12 september 2015

Een dagje op kantoor

Tot nu toe gingen mijn blogs vooral over de leuke dingen die we hier doen in onze vrije tijd. Je zou daarom bijna vergeten dat er hier ook nog heel hard gewerkt wordt, ja...! Dat werken bestaat voor 90% uit lezen, aantekeningen maken en lessen volgen. Dus ja om daar nou over te schrijven, dat ligt natuurlijk minder voor de hand. Maar ik wilde ook wel eens opschrijven hier hoe mijn "kantoordagen" (want we hebben immers een eigen kantoor) eruit zien.

10.00 am: start in de bieb
Over ons kantoor gesproken, dat heeft dus geen ramen. Wel stilte. Maar een mens heeft toch ook licht nodig...dus wissel ik op kantoor werken af met in de bieb werken. Gisteren begonnen in de Olin bibliotheek (want, veel licht en rust). Met natuurlijk in de Amerikaanse stijl: 1) een coffee to go (okee, bij mij natuurlijk een thee to go) en...de New York Times! Kan je hier gratis meenemen. Een half uurtje de krant doorbladeren voor je gaat werken, dat heeft toch wel wat. Leuk om voor het eerst een Amerikaanse krant te lezen! Twee dingen vielen me op: er stond eigenlijk best veel over Europa in (er stond zelfs in dat een Nederlandse veldrijder (weet even niet meer welke) een koers had gewonne, haha), en het formaat is heel apart: de krant is heel lang (dus de lengte van de pagina's), ik denk 1,5 keer zo lang als onze kranten. Lijkt me heel onhandig lezen in je luie stoel...

 Uitzicht vanuit de bieb naar buiten...niet slecht

Na een paar uur lezen in de bieb trekt de pijn weer in mijn schouder, want ik heb hier volgens mij vast al een keer (of vaker) geklaagd over de onergonomische bureau's en toebehoren hier: houten bureaus die iets te hoog zijn en (hele brede) houten stoelen met leuningen die veel te laag staan in verhouding met de bureaus. Dat hield ik tot nu toe wel redelijk vol, maar de pijn werd nu na een maand hier per dag erger, tot een moment dinsdag dat het 's avonds niet meer wegging. Tijd om aan de bel te trekken!

Na wat zoeken in het berghok kwamen daaruit 1) een bureaustoel met verstelbare armleuningen in de breedte (yes!!! Eindelijk schouder ondersteuning....) en 2) een los toetsenbord. Donderdag en gisteren daarom eindelijk een keer de hele dag pijnvrij kunnen werken, yes!

Een standaard bureau in de bieb


...Dan is dit toch wel een stuk beter. Trots op mijn improvisatie! Ergonomisch werken met behulp van de printerdoos :-)

Het antropologiegebouw waar ons kantoor ook is, is trouwens erg mooi. Het heet McMillan en het is "heel oud, meer dan 100 jaar!" Dat is hier behoorlijk oud en zo voelt het ook wel, veel hout en een kantoordeur (in ons geval) die je niet open moet doen maar in moet beuken omdat hij klemt. Doet me erg denken natuurlijk aan ons vorige UvA gebouw, het Oost-Indisch Huis. Heerlijk om weer in een oud pand te kunnen rondlopen! Ach ja dan maar een halve dag geen ramen :-)

Een van de twee poorten van het McMillan gebouw. Rechts is de ingang, door de poort heen de "court yard" (jaja)

Nog een overeenkomst met het Oost-Indisch Huis/Spinhuis is de Graduate Lounge, de "hang-out" voor graduate students zoals wij. Volgens mij heb ik hier al eerder iets over geschreven, maar vanwege dat gedoe op mijn vorige website met foto's posten hier nog maar een keer:

De graduate lounge, of je het Spinhuis binnenwandelt!

Ondanks al het slechte eten hier, doet het goed om te bemerken dat de antrpologie-koelkast er hier net zo gezond uitziet als bij ons :-)
 
Okee ik sluit dit kijkje in het kantoor natuurlijk af met een foto van de ingang van de gehele campus. Want dat aanzicht blijft indrukwekkend...helaas onmogelijk natuurlijk om vast te leggen.

De overweldigende pracht en praal-entree van de campus. De foto bedriegt niet, de trap is echt een kilometer lang zowat...!

 

zondag 6 september 2015

Bezoekje aan de Gateway Arch

Vandaag stond naast lezen ook een bezoekje aan de Gateway Arch op het programma, hét symbool van St. Louis. Een roestvrij stalen gigantische boog naast de Mississippi, die St Louis als "Gateway to the West", oftewel poort naar het westen, symboliseert. Behalve de boog aan de buitenkant bewonderen, kan je erin met een lift en dan naar het topje om van het uitzicht te genieten. Omdat we ook af en toe de toerist moeten uithangen, gingen we er vandaag heen met de Franse meiden.

Een verslag in foto's!

Hij is niet te missen

In the Old Courthouse moesten we de kaartjes halen
De koepel aan de binnenkant: mooi staaltje Amerikaanse Kitsch :-)

Idem
Het park eromheen was helaas under construction...wel een mooi zicht op de boog

Eenmaal binnen was het net zoals bij iedere andere trekpleister: wachten, wachten en nog eens wachten... Heel verrassend trouwens: je denkt nou, als je dichtbij komt is het vast een enorm ding. Maar hij is dus superslank! Maar 10x10x10 meter ofzo (het is een driehoek). En dus is alles daarin ook klein. Inclusief trappen en de lift...

Hier moet je met 5 mensen in

 Boven aangekomen mag je door miniatuurvensters kijken...

 Okee, het uitzicht over downtown St louis is wel gaaf

 Links in beeld het Busch Stadium, Home of the St Louis Cardinals - oftewel, honkbal!


Het uitzicht naar de andere kant: de Mississippi

En binnen een kwartier sta je weer buiten. Maar dan kan je ook met reden concluderen dat de boog van de buitenkant toch mooier is dan van binnen....!


Zo doe je dat, op de foto met een immens hoog ding


 Okee nog eentje dan, omdat de zon er zo mooi op scheen

Op de weg terug kwamen we de meute Cardinals fans tegen - vanavond was er een wedstrijd. Wat een sfeer!! Wij mogen 25 september, kan niet wachten!

Blues vanuit je luie stoel

Vandaag gingen Yolande en ik weer een stukje Amerikaanse cultuur verkennen: op een lokaal Blues Festival! (http://bigmuddybluesfestival.com/). Het leek wat kleinschalig te zijn, 2 podia en 12 dollar entree, dus dat was mooi. Maar eenmaal daar bleek dat het NOG kleiner was dan ik in gedachten had. Een klein podiumpje op de kop van een straat, met het publiek dat er was op een afstand van het podium op stoeltjes en de rest hangend bij de horeca tentjes aan de zijkanten van de straat. En natuurlijk zoals wel te verwachten bij blues, een hoge gemiddelde leeftijd zowel op als naast het podium. Yolande en ik keken elkaar aan: waaat, is dit het?? En moesten er eigenlijk nogal om lachen. Ik wist dat ik het wel uit zou houden met de bluesmuziek, maar Yolande is geen liefhebber, dus ik was bang dat ze over 2 uur weer naar huis zou willen.

Kleine cultuurshock (maar toch ook weer niet): de Amerikaanse festivalganger neemt zijn eigen campingstoeltje mee en stelt zich in rijen op. En komt niet meer van zijn stoel. Want je zal eens niet kunnen zitten zeg! Stel je voor...maar als het donker wordt en er meer publiek is, gaan ze vast vanzelf weg...toch?


We maakten een "rondje" over het "festivalterrein" (een lange straat met eettentjes dus). Aan het eind was een parkeerplaats waar een tweede podium was weggemoffeld, zo voelde het, een stuk van de straat af op een leeg parkeerterrein. Nou moe. Dan maar weer terug naar podium 1. De band was het stereotype klassieke bluesband: oude mannen, 4 zwart en 1 blank (een uitzonderlijk goeie hammond organist!) en de zanger had een ruitjespak aan, alpinopet op, grijs haar en zonnebril, en speelde saxofoon. De kwaliteit viel me een beetje tegen, maar deze oude diesels moesten even opwarmen. Het werd een geweldig optreden en Yolande zei tegen me dat ze het erg leuk vond...mooi zo! Ik ook.

Omdat ze geen glas mogen verkopen op straat, hebben ze niet, zoals bij ons, plastic bekers, maar deze veel coolere metalen flesjes (blikjes in flesvorm zeg maar)!

We vermaakten ons dus best. Op aanraden van een local gaan eten bij Joey B's, en zoals de naam al doet vernoemen hadden die vlees en aardappel/brood varianten op het menu. En zelfgemaakte chips - een goeie keuze!

Als het toch fout moet, dan maar echt fout

's Avonds werden de mensen meer en de bands beter, maar vooral ook steviger. Heel afwisselende genres binnen de blues waardoor het muzikaal gezien interessant bleef. Yolande was inmiddels helemaal om en blues fan geworden :-)

Ja ik ben niet goed in selfies

Zo, de stemming kwam er lekker in. Nu gaan die mensen met die stoeltjes vast weg.

Nee hoor, ze blijven lekker zitten...waardoor je bijna niet voor het podium kunt staan. En ze klagen ook nog als je voor hun neus gaat staan. Aan het eind hadden we daar lekker de pips aan en gingen we vooraan staan. En meer mensen deden het. Yes, gelukt! De één na de ander klapte zijn stoeltje in.

Ik snapte nu ook ineens wat die mensen in de metro op de heenweg met zich mee sjouwden, het leken een soort opvouwbare tentjes ofzo? Ah, dat waren dus stoeltjes. Zo herken je dus de festivalganger hier. Aan zijn opklapstoel. (Let op, ook jonge mensen doen dit).
Gezellig hoor op je stoeltje

Al met al een geslaagde dag! 6 uur lang bluesmuziek luisteren, wat wil Suus nog meer?? :-D