maandag 20 februari 2017

Street life


Braaf

Aangeharkt. Braaf. Dat zijn de woorden die steeds bij me opkomen als ik de Denen en het openbare leven vanaf mijn fietsje beschouw. Ik begin met het fietsen zelf om dit toe te lichten. Fietsers hebben hier hun eigen fietspad. Overal. Precies tussen stoep en autoweg in. Maar dat is in Nederland toch ook zo? Ja, maar hier moet je zeg maar de stoep op van de weg naar het fietspad, en dan weer een stoep op voor de 'echte' stoep. Fietspaden liggen dus een beetje verhoogd en dus echt apart van de autoweg. Overal. Daarnaast zijn ze geasfalteerd. Ook overal. Ik besefte me ineens deze week bij het fietsen van de campus naar huis dat ik weliswaar lekker aan het fietsen was, maar ik tegelijk een beetje verveeld was. En toen realiseerde ik me waarom: er was geen enkel hobbeltje in het fietspad, ik hoef geen enkele slalom of manoeuvre te doen. Ik word niet wakker geschud omdat ik door een putje rij, of over een doorkomende boomwortel heen hops. Ik hoef alleen maar rechtdoor te fietsen. Heel gemakkelijk allemaal. Maar wel een beetje saai... 

Typisch straatbeeld. Allemaal nette Denen met keurige helmpjes, hoge stuurtjes, mooi gepoetste sportfietsen met veel versnellingen en wielrenzadels. Geen omafietsen of ouwe krotten te bekennen. Allemaal rijden ze netjes in een lint op de met stoepranden afgebakende fietspaden. 

 De verkeersregels worden op de voet gevolgd. Als ze gaan stoppen, steken ze hun hand op. Dit is een modelfoto, maar echt, ze doen het allemaal.

Ook de auto's rijden netjes in hun baantjes. De stoplichten gaan op oranje vlak voordat ze op groen gaan, zodat je alvast op je fiets kan springen of gas kan geven. Toch wacht iedereen netjes met in beweging komen tot het groen wordt. In Amsterdam zou dat oranje meteen hetzelfde gaan betekenen als groen: waarom zou je nog 2 seconden wachten tot het echt groen wordt? Maar nee, hier blijft iedereen netjes wachten. Ook voetgangers wachten allemaal voor het rode licht. Bij een groot metrostation, Nørreport, is een groot breed zebrapad met veel mensen, zo één als voor het Centraal Station. Hier lopen ze vast wel door rood! Met die grote hoeveelheid mensen en reizigers. Eh....nee. Ook hier blijven ze allemaal netjes wachten bij het oranje. Tot het echt groen wordt. Het toppunt zag ik vandaag. Er is vlakbij mijn huis een kruising van de weg met een soort fietsroute die dwars op de gewone weg loopt. Het ding is maarliefst een meter breed. Natuurlijk kom je als je erop af rijdt, stoplichten tegen. Ook de voetgangers. Eén vrouw bleef - echt waar - voor het rode licht wachten, vóór die weg van 1 meter breed, terwijl er niets aankwam. Drie stappen had ze nodig om hem over te steken. Eigenlijk zou ik dit fantastisch moeten vinden - eindelijk een land waar mensen zich aan de verkeersregels houden! Dat heb ik nog nooit gezien. Maar nee, stiekem ergerde ik me. Wat een brave bedoening zeg. 


Het kortste zebrapad ooit. U raadt het al, iedereen wacht ook hier netjes voor het rode licht. Ook al kruist het fietspad met een ander fietspad waar 9 van de 10 keer in geen velden of wegen iemand te bekennen is.
 
Bovengenoemd fietspad waar de weg hierboven mee kruist

Auto's toeteren niet. Fietsers, die de veiligste infrastructuur hebben voor fietsers misschien wel ter wereld, rijden met helpjes op en andere beschermende spullen. Anders, de man van mijn huis, heeft zelfs een airbag voor zijn nek die hij omdoet met fietsen. Want fietsen kan gevaarlijk zijn hoor! Jazeker, maar niet in Kopenhagen. Ik heb nog niemand over de stoep zien fietsen, rechts in zien halen, voor auto's langs zien scheuren, over het zebrapad zien rijden. Als het groen wordt voor de voetgangers maar nog niet voor de fietsers, blijven de fietsers staan. Even netjes op je beurt wachten, hoor.

Ik heb er 2 dagen van genoten, maar ik begin me nu te ergeren. Er gaat een enorme braafheid en on-avontuurlijkheid uit van dit openbare straatleven. Nog een stap verder en het lijken wel robotjes die zich over straat begeven, geprogrammeerd om zich aan de regels te houden. Ik liep de deur uit en vlak voor mij hield een vrouw met haar twee kinderen tegen toen ze zomaar wilden oversteken met hun fietsjes. Want, ze moesten eerst naar links en naar rechts kijken. Er was niet eens een auto te horen, laat staan te zien. Eén van de kinderen keek niet goed. Ze stopte hen weer, liet ze nog eens echt goed kijken. Als je hier opgroeit, dacht ik, hoe kun je je dan ooit redden in een ander land? Waar mensen verkeersregels meer dan eens aan hun laars lappen?

Aangehouden

Hoe kun je beter iets illustreren dan met een voorbeeld. Hier komt dan het voorbeeld van de eeuw. Ik fietste vorige week naar de universiteit, toen ineens rechts op de stoep een agent voor mijn ogen opdoemde. Hij stak een rood bordje omhoog...naar mij. Naar mij? Oh eh, nou dan moet ik stoppen dus! Het duurde even voor het tot me doordrong. Ik stopte en stapte af. Ik was erg benieuwd waarom ik tot stoppen werd gemaand: het was licht buiten, dus het kon niks met niet werkende fietsverlichting te maken hebben. Ik had werkelijk geen idee. Natuurlijk begon hij in het Deens, ik liet meteen weten dat het helaas in het Engels moest. Nou, toen kwam het. Wat ik wel niet dacht? Realiseerde ik me wel wat ik gedaan had daar, op die kruising? Ja hoor, dat realiseerde ik me wel. Ik had namelijk door oranje gereden. Door oranje???!! Wat ik wel niet dacht! 'Weet u wat oranje betekent, mevrouw?' 'Eh ja dat betekent waarschuwing, het wordt zo rood dus als je het niet meer kunt halen, moet je stoppen', wist ik zo gauw te vertellen. Precies, beaamde de agent, dus dat betekent stoppen, en niet extra gas geven, zoals ik had gedaan. Maar, wierp ik tegen, ik had veel vaart, dus het was handiger om er nog even doorheen te rijden. Maar niks daarvan! 'Doordat u doorreed, reed u bijna een man aan die wilde oversteken!' Dat leek me sterk, dan zouden de lichten wel heel slecht afgestemd zijn, dacht ik. Ik vroeg me af of ik die discussie moest aangaan, maar ik kon het toch niet laten. 'Hoe kan dat nou', zei ik, 'daar moet toch wat tijd tussenzitten voordat de anderen groen krijgen?' Oei, glad ijs. 'Hier in Denemarken', zei de beste man, 'duurt oranje 4 seconden'. 'Nou ja, misschien is dat in Nederland anders', zei ik. Ik waakte ervoor om over Amsterdam te beginnen, dat leek me geen goeie zet. Dan zou hij mij meteen associëren met een wegpiraat die het niet zo nauw neemt met de verkeersregels (wat soms ook klopt, maar dat geldt voor iedere fietsende Amsterdammer. Rood betekent: doorrijden op eigen risico). Verder leek het me heel onwaarschijnlijk dat het in andere landen niet 4 seconden zou zijn, maar ik kon geen beter antwoord bedenken. Het leek me het handigst om me te veronstschuldigen en na 'ik wil geen gevaar vormen voor anderen' en wat andere politiek correcte opmerkingen, liet hij me mijn weg vervolgen. Pfieuw. Daar kwam ik goed weg, zo leek het. Gevaarlijk rijgedrag had hij het genoemd. Door oranje rijden dus. Tja. Verbijsterd reed ik weg. Aangehouden worden vanwege een bijna-verkeersovertreding. Ik ben mijn hele leven nog nooit aangehouden, hier word ik aangehouden voor een bijna-verkeersovertreding. Welkom in Denemarken, het land waar coulance, grijs en nuance niet lijken voor te komen. Althans, in het verkeer dan. Heerlijk rustig. Heerlijk saai..... 


Stil en schuchter

Het openbare leven is, het zal de lezer inmiddels niet meer verbazen, ook niet al te spannend. Waar je in Nederland of Frankrijk mensen op straat ziet lachen, schreeuwen, gek doen, zich druk maken, zie je hier vooral weer brave mensen. Natuurlijk schreeuwt er hier ook wel eens iemand wat over straat, maar men is hier toch vooral een beetje schuchter en stil. Ik moet er erg aan wennen dat mensen je vaak niet groeten. Niet dat Nederlanders nou zo hartelijk zijn, maar een flauw glimlachje kan er vaak wel van af. Hier niet: mensen kijken soms zelfs eerder weg als je oogcontact zoekt. Dat zal wel het staaltje noordelijkheid zijn: ze zeggen toch altijd, hoe noorderlijker je komt, hoe meer mensen in zich zelf gekeerd zijn, en hoe zuidelijker, hoe opener en naar buiten gericht mensen zijn. Zal ongetwijfeld voornamelijk met de temperatuur te maken hebben. Het lijkt me een aparte ervaring om straks voor het eerst van mijn leven na een reis in Nederland terug te keren en dan níet te denken: bah, die onbeschofte, onvriendelijke Nederlanders. Maar: ah! Wat een hartelijkheid! Natuurlijk is het een kwestie van mensen leren kennen. Als je iemand aanspreekt, dan komt de glimlach vaak wel en volgt er een aardig gesprekje. Toch is het wel wennen: ik vind mezelf voor het eerst heel open en aardig naar vreemden :-)

Ter afsluiting nog even een leuke foto in de categorie: op straat gesignaleerd. 

 Kijk, die Denen zeggen tenminste waar het op staa. Dat dan weer wel.


woensdag 1 februari 2017

Kopenhagen: aankomst

Net aangekomen in Kopenhagen. Zeven weken ga ik hier verblijven om te werken. In mijn geval, schrijven aan mijn dissertatie. Want dat wil nog niet zo vlotten. (Voornamelijk doordat er eerst een ander onderzoek moest worden afgerond. Niet door mijn capaciteiten. Denk ik. Misschien een beetje.) In Parijs goeie ervaringen gehad met schrijven in een ander land. Je hebt geen of een gereduceerd sociaal leven en kan daardoor weinig anders dan schrijven. En een beetje sporten en koken. Heerlijk!! Bevalt me goed steeds, dat gereduceerde leven. Ideaal voor je concentratie.

Toen ik dus de gelegenheid kreeg om 2 maanden naar Kopenhagen te gaan als 'visiting PhD' was de keuze daarom snel gemaakt, zeker toen bleek dat ik er nog geld voor kreeg ook! Het moet niet gekker worden. Ik krijg toch al geld om te studeren...Nou goed, op naar Kopenhagen dus. Ik was er al één keer geweest, vorig jaar november voor een cursus van een week, maar die vond geheel plaats op de campus net buiten de stad in een afgelegen woonwijk. Toen alleen Kopenhagen gezien toen we een etentje hadden in de stad. Maar toen was het al donker. Dus, eigenlijk nog steeds niks van Kopenhagen gezien.

Inmiddels een klein beetje. Gisteren aangekomen, de metro gepakt naar het huis van Anders (hoe kan het ook anders...), een vriend van een collega van mij die aanbood om in zijn appartement te verblijven - het grootste deel van de 2 maanden dat ik hier ben is hij in het buitenland. Zijn apartement ligt, net als die in Parijs, op de 5e verdieping. Anders dan Parijs niet in het centrum, maar net erbuiten. Voor de Amsterdammers onder u, deze buurt voelt een beetje als de Rivierenbuurt. Mooie appartementengebouwen, winkels, wat restaurants. Een fijne buurt, zo lijkt het. Gisteren ben ik twee keer verdwaald op zoek naar een Vietnamees restaurant vlakbij het huis. Dus al best een stukje van de buurt gezien...Dat restaurant was trouwens enorm goed. Dat is dan wel weer fijn na drie keer heen en weer gerend te hebben om 21.30 uur 's avonds, met een lege maag. Enfin. Dit weekend ga ik het centrum maar eens bekijken.

Fietsen

Vandaag ging ik maar meteen naar de universiteit. Die praktische dingetjes regelen duurt altijd langer dan je denkt. Pasje, sleutel, werkplek. Natuurlijk vandaag al meteen de fiets gepakt. Ik kan vanaf morgen een fiets van Niels Christian lenen, dat is de assistent professor die mij hier heeft uitgenodigd. Maar ik kon niet wachten hoor. Gisteren even met de zus van Anders gesproken, die in het gebouw hiernaast woont, en zij vertelde dat je ook hier een goedkoop huurfietsensysteem hebt, net als de Velib in Parijs! (de trouwe lezers zullen mijn Velib verhalen en adoratie nog wel herinneren) Die moest ik natuurlijk uitproberen. Voor ongeveer 4,50 kan je een uurtje rondrijden, aanmelden via internet, creditcard koppelen, klaar! Dat ging al meteen een stuk makkelijker en sneller dan bij de Velib, waar je eerst op het gemeentehuis een pasje moet halen (?!) en dan bij een Velib station moet registreren en betalen. In het Frans. Nee, dan de Denen: via de website, in het Engels. Zo gepiept. Perfect! Ik naar een station, vlakbij huis. Witte fietsen zijn het. En: elektrisch!! Zo Velib, kom daar maar eens om. Daar moet je de Franse heuvels beklimmen met 3 versnellingen. Maar goed, ze zijn natuurlijk wel wat gewend die Fransen, we hebben het wel over het land van de Tour de France he. In Kopenhagen denkt men vooral aan gemak. Je kunt een fiets op een door jou gekozen station reserveren. Tot op de 5 minuten nauwkeurig. Een half uur lang blijft ie dan voor je staan. Is op de plek van bestemming het station vol? In Parijs moet je dan de hele buurt afstruinen op zoek naar een leeg plekje bij de andere stations - een ellende in spitstijd. In Kopenhagen zeggen ze: ach, is het station vol? Joh, dan parkeer je hem er toch gewoon naast. Geen punt. Kijk, zo kan het ook! Ook de fiets zelf is één en al gemak. Behalve elektrisch (gelukkig kan je wel het niveau kiezen, van geen aandrijving tot een beetje aandrijving bij het trappen tot opgevoerde scooter. Ja, natuurlijk heb ik die scooterstand geprobeerd....hehe) zijn de fietsen ook nog uitgerust met navigatie. Navigatie??!! Welzeker, en het werkt nog fantastisch ook.

Wat is een fiets zonder ingebouwde navigatie?

Nooit meer verdwalen

Ik ben trouwens van alle kanten gewaarschuwd dat fietsen in Kopenhagen toch wel gevaarlijk is en je vooral goed moet uitkijken en een helm moet dragen. Daar gaan wij als Nederlander natuurlijk niet aan beginnen. En eerlijk gezegd snap ik de ophef niet. Vandaag een half uur naar de campus gefietst en een half uur terug. De gehele weg was er een apart fietspad. Soms zelf aparte stoplichten. Auto's houden rekening met je, iedereen rijdt netjes. Eigenlijk, bedacht ik, zijn het gewoon een beetje watjes, die Denen. Dat rijdt daar met hun mooie fietsjes (oude barrels heb ik nog niet gezien), met hun helmpjes, netjes hun hand uitstekend, niet te hard fietsend.... Nee dan Amsterdam, waar iedereen door elkaar krioelt en je pas echt leert fietsen. Of Parijs, waar fietsen eigenlijk meer overleven is tussen alle auto's, bussen, taxi's. Dus, mijn conclusie van vandaag, fietsen in Kopenhagen is eigenlijk maar een saaie boel. Ik ben natuurlijk nog niet in het centrum geweest, daar zal de kans op aanrijdingen (met toeristen) ongetwijfeld groter zijn. Zeker omdat de fietspaden hier net iets lager liggen dan de stoep (soms is het lastig de stoeprand op te merken zelfs) en geen andere kleur hebben, of fietssymbool. Je denkt dus al gauw dat je op de stoep loopt. Ik was gisteren zelfs een paar keer mis. Maar goed, als dat alles is...

Niet alleen wat betreft de fietsen is aan alles gedacht en ben je van alle gemakken voorzien.

Huis

Wat huizen betreft nog niet veel verschillen met Nederland opgemerkt. Alleen deze: de "achteruitgang". Bij appartementen. Nog nooit gezien. Tot grote verbazing van Anders, toen hij me gisteren rondleidde. Leerde ik in St Louis de 'garbage alley' kennen, de weggetjes waar de achterkanten van de huizen op uitkomen en waar de vuilnisauto doorheen rijdt, hier heb je de achteruitgang, een tweede trappenhuis, verborgen tussen de huizen. Zeker in geval van Anders.

 Zo zit je aan de keukentafel...

...En dan open je de geheime deur en zit je in het trappenhuis!

Het is dus eigenlijk een overdekte brandtrap. Ik vind het wel heel speciaal. Een beetje een Alice in Wonderland gevoel. Verder is me nog weinig opgevallen. Behalve dat de ramen heel rare sloten hebben en je ook hier, net als in Amerika, de sleutel van een deur niet rechtsom moet draaien om hem te openen, maar juist linksom. Daar snap ik nog steeds niks van. Ik dacht eerst dat het lag aan die gekke Amerikanen maar de Denen hebben het dus ook.

Over het huis van Anders vertel ik een volgende keer. Daar heb ik inmiddels ook wat theorieën over bedacht. Hehe. Tot zover dag 1 en 2!


zondag 3 juli 2016

The end (Fin)

Zaterdag 2 juli 2016: wakker worden, ontbijten, aankleden, schoonmaken, inpakken, naar beneden, Uber, station, trein van 14.21 uur. Terug naar Amsterdam. Het zit erop, namelijk. Mijn tijd in Parijs, mijn geweldige tijd in Parijs. En het uitwisselingsjaar. Een fantastisch jaar. Zeker het mooiste van mijn leven. Het begon op vrijdag 14 augustus vorig jaar in St Louis. Ik kwam ’s avonds aan, het was heet en benauwd, en Carolyn nam me mee naar een vega restaurant. En het eindigt vandaag op zaterdag 2 juli, om 14.21 uur, in de Thalys. Met een salade.

Ik heb het jaar wel even goed afgesloten. Gisteren twee jurken gekocht (want dat moet natuurlijk he, in Parijs!), lekker uit eten geweest in het tentje tegenover mijn huis waar ik al drie maanden elke dag langsloop maar nog nooit gegeten had, vriendschap gesloten met het meisje dat naast mij zat en tot slot samen uit geweest tot 4 uur ‘s nachts. Ha! Grappig toch hoe de dingen lopen. We aten buiten en ineens ging het regenen. Dus iedereen halsoverkop naar binnen, en toen bleek daar een tafeltje te weinig. Ik zei tegen haar: zullen we een tafel delen? Ja, dat vond ze goed. Ségolène heet ze, een typisch Franse naam blijkbaar, 20 jaar, student geschiedenis. Samen lekker gegeten, gekletst, home made punch gedronken, en had ze misschien zin om mee uit te gaan naar de boot Rosa Bonheur? Ja hoor dat had ze wel. Ha! Even wat anders aantrekken aan de overkant en daar gingen we met de Uber (= onofficiële taxi zullen we maar zeggen). Leuke avond gehad en nog naar een andere tent gegaan. Supergezellig!

Gezellig eten bij Le Denicheur

Mmmmmmmm

Op deze (enigszins mislukte) panoramafoto kan je zien dat ik onderaan mijn huis zat te eten: mijn raam is het middelstee bovenin (heel vaag)

De onverstoorbare Juno, het boegbeeld van het restaurant

Ségolène en ik

Hard gewerkt en veel leuks gedaan

Laten we zeggen dat de balans wat beter was dan in St Louis. Toen heb ik ook veel gedaan, maar dat was vooral leeswerk voor cursussen, ik had weinig tijd om aan mijn onderzoek te werken. Door het vele leeswerk, maar ook doordat er stiekem toch wel best wat leuke dingetjes te doen waren daar. In Parijs heb ik veel meer werk verzet. Want: een klein sociaal leven. Vaak met maar 1 of 2 mensen of zelfs alleen op kantoor, geen afspraken, vrienden die ik hier had gemaakt zijn PhDs dus die zijn ook alleen maar aan het werk, 1x per week zaalvoetballen, woensdagavond de jam sessie, en verder….niks! Wat heb ik heerlijk gewerkt…en dan lekker van en naar werk met de Velib fiets door prachtig Parijs fietsen. Nee, daar is niks mis mee.

Anders dan in St Louis kwam het sociale leven hier vooral tot stand doordat ik allerlei bezoekjes kreeg. Parijs is ten slotte ook iets dichterbij (3 uur treinen) dan de stad in de Midwest of the USA (16 uur vliegen). Dus, ik werkte vooral heel hard, en spaarde het doen van leuke dingen voor als er bezoek kwam. Het meest bijzondere bezoek was natuurlijk van Sarah, uit St Louis. Zij werkte daar als kassameisje en na een paar oppervlakkige gesprekjes had ik bedacht dat ik haar een leuke meid vond. We zijn toen een keer naar een farmer’s market geweest, naar een concertje van het geweldige duo Hannah en Paul (The Riverside Wanderers, zie facebook!), en daarna heb ik haar nog één keer gezien, maar toen waren we al vrienden. Zal ik naar Parijs komen?? Ja joh doe maar! Uiteindelijk is ze twee keer 6 dagen gebleven (met daartussenin bezoekjes aan Barcelona en Rome), en het was ontzettend leuk. Mooi hoe je instinctief al aanvoelt dat “het wel goed zit” en dat dat dan in de praktijk ook helemaal zo blijkt te zijn. We hebben veel bezocht, musea, kathedralen, veel kaas gegeten (HEEL veel kaas….kaas als avondeten was op een gegeven moment meer regel dan uitzondering :-S haha), en ook nog uit geweest. “Clubbing” heet dat blijkbaar onder de jeugd van Amerika (Sarah is  21). Nou, daardoor weet Susie nu ook wat clubbing is, en wel clubbing in Parijs. Enorm leuk want er zijn heel veel clubs op boten in de Seine! Die liggen wel langs de kade maar dan nog heeft het natuurlijk wat.

Behalve Sarah natuurlijk ook bezoek van vaders, moeders en broers. Dat was ook erg gezellig! Teveel gedaan om op te noemen natuurlijk. Daarom en omdat mijn vorige blog over het werkende leven in Parijs ging, eindig ik deze laatste blog met de highlights van mijn sociale leven in Parijs! Paris, à bientôt, je t’aime!!

Muziek

Mijn wekelijkse jamsessie in café Les Caratides, bij mij om de hoek. Op de foto: de laatste keer, Earth Wind & Fire avond!

Fête de la Musique: een jaarlijkse feestdag in het teken van muziek. De oplettende lezer herkent hier de jamsessie leider Jay Golden en zijn band. Wat een feestje was dat…

Sightseeing

De mooiste plekjes!

Notre Dame by night

De tuinen van Versailles met ondergaande zon (met Sarah)

Musée d’Orsay

Meest verrassende bezienswaardigheid: het operagebouw in Parijs. Wat een machtig mooi ding zeg. Totaal niet verwacht. Gaat dat zien!! Op de foto de foyer. Tja, toch weer een tikkie anders dan Carré….

Notre Dame eat your heart out: Saint Chapelle (tegenover Notre Dame!) is echt nog mooier....!

Nou ja als de zon er ’s avonds op schijnt heeft ie toch ook wel wat, he….

Ok, ok…

Ok, ok, deze ook

Een overstroomd park…de Seine steeg 4 meter door zware regenval in Frankrijk, het waterpeil was het hoogste in 30 jaar…hier zien we de eerste waaghals die een (natte) voet in het parkje aan de voet van Pont Neuf zet. Heel bizar….

Het hoge water in de Seine...zie de trap

Musée de l’Armée. Als je van wapens en oorlog houdt…prachtig museum! Je krijgt een gratis Napoleonhoed.

Koen by night (en de Notre Dame)

Jardin du Luxembourg

Maison Auguste Compte. Het huis van deze filosoof is nog EXACT hetzelfde als in de 19e eeuw, toen hij overleed. Met prachtige oude meubels, boeken, keuken, slaapkamer, foto’s…privé rondleiding, 4 euro pp, prachtige verrassing. Wat een contrast met het paleis van Versailles (viel nogal tegen), waar hordes toeristen opééngepakt langs dezelfde soort kamers in oude stijl schuifelen. In het Maison alle rust en ruimte en tijd, geweldige ervaring. Ook een tip dus!!

Hyeres 

Hyeres krijgt natuurlijk een apart kopje!!

 De jaarlijkse trip naar het voetbaltoernooi in Hyeres (kernwoorden: rosé, nog meer rosé, zon, zee, strand, dansen, eten) verdient twee foto’s

 
Mooi dus...

Teams Amsterdam! Hommes et femmes

Gezellig!!!

Al dat bezoek!

Joehoeeeee

Bestaat het echt?? Vegetarisch eten met fam vd Buuse/Boom! En met Laura uit Parijs en Lauren uit St Louis

Met vader in beroemd literair café Les Deux Magots. Met een rood wijntje natuurlijk.

Met Sarah in mijn favoriete park/plek op aarde (?): Parc des Buttes Chaumont. Aan de kaas, natuurlijk.

Hoezo op één lijn met Sarah?! Lush zal heel blij met ons zijn: check de drie potjes in drie verschillende talen :-D (Nederlands en Frans van mij, Engels van Sarah)

Stappen!!! Dat kan ook goed in Parijs: overal feestboten!

Even een weekje terug voor een workshop en twee teamuitjes. Hier met mijn super zaalvoetbalteam WSG: een rondvaart+gids door de grachten van Amsterdam!

Eten

En als uitsmijter in de categorie eten...

Sarah en ik aten heel gevarieerd: schaap, geit, koe….St Marcellin en Cantal, dat zijn de kazen die je moet hebben by the way. Hier lekker met een rood wijntje erbij in Parc des Buttes Chaumont natuurlijk!

Een crèpeje op straat…gewoon heel lekker!

Dit is natuurlijk niet in Parijs maar het was wel heel lekker… :-P

Favo…

Groen: Parc des Buttes Chaumont. Hardlopers- en picknickers paradijs

Plek: Mijn 18m2 natuurlijk!! Oh wat heb ik er fijn gewoond!

Route: Iedere dag fietste ik langs Onze Dame

Ok ok dit was ook gewoon een favo plek: in het kantoortje in Rue Monsieur le Prince nr. 10, middenin St Germain

De oevers van de Seine. Zitten, praten, wijntje, stokbrood. Kortom: Parijs.

LE FIN!! 

Parijs, tot in oktober! (Want dan ga ik weer terug, joepie!)

maandag 2 mei 2016

Au travail!

Parijs is een mooie stad waar je heerlijk de hele dag rond kunt fietsen en wandelen....maar er moet natuurlijk ook gewerkt worden hiero! We deden ook nog een promotieonderzoek...au travail dus! Maar waar? Daarvoor moet ik eerst een beetje uitleg geven over het Franse universiteitssysteem (ik zal het kort houden).

Ik ben uitwisselingsstudent bij dee EHESS (spreek uit: uh-ash-uh-es-es), oftewel l'Ecole des Hautes Etudes en Sciences Sociales, oftewel de Hogere School voor de Sociale Wetenschappen. Zoiets. Want het Franse universiteitssysteem is niet net als in Nederland, waar je gewoon 12 universiteiten hebt die allemaal ongeveer een gelijke status hebben. In Frankrijk heb je (als ik onze Amerikaanse professor John Bowen goed heb begrepen) ook nog onderscheid in goeie/gerenommeerde en de wat mindere universiteiten, en EHESS is dan zo'n "topuniversiteit". In Amerika merkte je echt dat Washington University een vrij hoge status (lees: veel geld) heeft, maar of die Fransen smijten niet met geld, of een topinstituut zijn wil niet zeggen dat je ook automatisch veel geld hebt, want je ziet het topinstituut er niet aan af....maar goed, even verder met de uitleg. In Nederland is de universiteit opgedeeld in faculteiten, en de onderzoekers van die faculteit zitten allemaal in hetzelfde gebouw bij elkaar. Wat mij heel logisch lijkt voor de onderlinge samenwerking. Maar in Frankrijk doen ze het anders: de EHESS zit ten eerste in een aantal steden in Frankrijk. Ten tweede, een onderzoeker kan daar zijn eigen groep beginnen, wat ze hier een "laboratorium" of "lab" noemen. Heel maf natuurlijk, want bij lab denken wij meteen aan een steriele ruimte waar mensen in witte jassen door grote brillen naar pruttelende reageerbuisjes turen. Maar hier is het heel gewoon om sociale wetenschappen te bedrijven bij een lab, of op z'n Frans, een "labo".

Bent u er nog? De uitleg is bijna voltooid hoor! Het lab waarbij ik zit, is het LIER (Laboratoire interdisciplinaire d’études sur les réflexivités). Hieraan zijn een stuk of 15 onderzoekers verbonden en een stuk of 20 PhD studenten (oftewel promovendi). We zijn gehuisvest in een prachtig oud gebouw in Saint Germain des Pres, het beroemde hart van het Parijse schrijversgilde. Het kantoor is vrij klein, vier kamers, een overlegruimte en een keukentje, en dan ben je er wel. Dat is toch veel te klein voor al die medewerkers?? Hoor ik u denken. Tja, dat zou je denken....maar er is gek genoeg bijna niemand! Waar ze allemaal uithangen, geen idee. Veel schijnen thuis te werken, en sommigen zijn op veldwerk natuurlijk (voor de niet-antropologen onder ons: zo noemen wij het observeren en interviewen, dat doe je meestal op een bepaalde locatie, zoals ik in een verpleeghuis. De term veldwerk stamt natuurlijk nog uit de tijd dat antropologen met een wit tropenhoedje op een paar jaar van hun leven doorbrachten bij een onbekende stam in Afrika).

Het harde leven van de Parijse PhD student
 
De meeste PhDs werken in de EHESS bibliotheek. Waar wij, verwende PhDs in Amsterdam, prachtige flexwerkplekken hebben, compleet uitgerust met groot beeldscherm, verstelbaar bureau, verstelbare stoelen, en zelfs mogen beschikken over een eigen laptop en smartphone, heeft de Parijse EHESS PhD student welgeteld....niets van dat al. Dus, de meesten brengen hun dagen door in bibliotheken (er zijn tal van universiteitsbibliotheken in Parijs, verspreid door de stad), of thuis, of - in 1 geval dat ik ken - bij hun ouders thuis, want dat riante salaris wat wij ontvangen moeten zij ook ontberen. De meesten krijgen drie jaar een beurs en daarna mogen ze het uitzoeken. De gemiddelde PhD student is hier toch wel 6-7 jaar bezig - dat is noodzakelijk omdat de Fransen nog steeds zeer veel waarde hechten aan intellectualiteit en mooie, ingewikkelde zinnen - dus reken maar uit, de meesten hebben op z'n zachtst gezegd niet breed. Hun dissertatie - altijd een boek, want, zie de zin hiervoor - schrijven ze op houten stoelen aan te hoge tafels in de bieb (hallo rug- en nekklachten!). Goedkoop fatsoenlijk eten is hier ook al niet te krijgen: er zijn weinig eetfaciliteiten, die er zijn zijn blijkbaar niet echt lekker (hoe anders is dat tegenwoordig op de UvA!), en het restaurant in de EHESS bieb, waar de meeste PhD studenten werken, is....alleen toegankelijk voor vaste medewerkers. Die hebben een pasje. En zonder pasje moet je 11 euro (!) betalen voor een maaltijd, waar je bij de UvA 7-8 euro betaald voor een betere maaltijd. Wat ons brengt bij het volgende onderwerp: de hiërarchie (mijn favoriete onderwerp :-D)

Hiërarchie

De oplettende lezer heeft in het voorgaande waarschijnlijk al iets van statusverschil bespeurd tussen PhD studenten en vaste onderzoekers. Heb ik dit tot nu toe wat impliciet beschreven, welnu, hier volgt een meer expliciete beschrijving. Waar zal ik beginnen...

Het kantoor natuurlijk. Voor de PhDs is er een ruimte met 4 bureaus, een daaraanvast nog een kamer met 1 bureau. Midden in de kamer staat een wandje om wat privacy te creëren. De vier bureau's zijn allemaal verschillend en van verschillende hoogten, maar liefst 1 bureau is uitgerust met een hele echte bureaustoel (de andere drie met normale stoelen), op 1 bureau staat een nieuwe iMac computer, een ander bureau een redelijk nieuwe PC, en op de andere twee bureaus oude trage PC's. Er zitten van die lekkere oude lawaaiige toetsenborden aan vast (nooit gedacht dat ik daar nog eens op zou typen!). Hieronder wat foto's voor een beter beeld.

 Het fijnste bureau, aan het raam, goeie pc, en mét bureaustoel!

 De scheidingswand in het PhD kantoor

Een van de gedateerde toetsenborden. De Fransen zouden trouwens de Fransen niet zijn, als ze niet weer eens hun eigen versie van het universele QWERTY toetsenbord hadden bedacht...namelijk het uiterst handige AZERTY. Dit zeg ik zeer ironisch, want naast dat een aantal letters op een andere  plek zitten (de a,m,z,w...oftewel, je vloekt heel wat af tijdens het typen), hebben ze ook nog bedacht om a) de punt als shift-functie in te stellen (iedere keer als je een punt typt, moet je dus de shift toets ingedrukt houden. Gelukkig gebruik je punten niet zo vaak...maar niet heus), een b) ook de cijfers kun je alleen met de shift-toets bereiken. Welke malloot heeft dit bedacht...o ja nog iets leuks: alle Engelse termen zijn - natuurlijk - vervangen door Franse (Échap voor Esc, Entrée voor Enter, Fin voor End, Supprimer voor Delete), behalve 1: de Home knop! Daar konden ze vast geen equivalent voor bedenken...dus hebben ze maar een pijltje getekend :-)

Dan de vaste onderzoekers. Die hebben of hun eigen kamer, of delen die met een collega. Zij hebben mooie werkplekken, uitgerust met comfortabele bureaustoel en nieuwe computers. Ironisch genoeg, zoals ik al eerder zei, zijn ze er bijna nooit. Ik heb in een paar weken tijd 2 keer dezelfde onderzoeker gezien en nog 2 anderen 1 keer, that's it. Ach, zou je denken, als ze er toch niet zijn, en je hebt (zoals ik) snel last van je rug en schouders, dan mag je toch wel even hun stoel lenen...? Maar nee, daar is geen sprake van. Corontin, een jongen die ook vaak op kantoor werkt, raadde me dit ABSOLUUT af (!) Sterker nog: het is zelfs "verboden" om op hun kamers te komen! Wat denken die PhD studenten wel, dat ze een beetje aan onze dure spullen kunnen zitten?? Dus iedere dag loop ik langs die heerlijke stoelen, smachtend kijkend, als ware het juwelen in een etalage. En ga vervolgens op mijn gammele stoel zitten, 8 uur lang....gelukkig heb ik vorige week de stoel van Lina, de secretaresse, gekregen (nadat ik erom gevraagd had natuurlijk ;-)) omdat zij een nieuwe stoel had besteld. Dat scheelt! En zo sprokkel ik mijn ergonomische werkomgeving beetje bij beetje bij elkaar...wat ik in St Louis kon, kan ik hier immers ook! Hiërarchie of niet. Ik heb verder nog een waterfilterkan geconfisqueerd die stof stond te happen in een ander, ongebruikt, keukentje. Goh meneer de professor, mag ik die misschien hebben? Maar natuurlijk! Er moet nog een nieuwe filter in en dan kan ik thuis ook heerlijk gefilterd water drinken in plaats van dat water met dat harde chloorsmaakje wat uit de kraan komt hier. Zo!

Stiekem vastgelegd toen er niemand was: één van de kamers van de onderzoekers...! Met hun mooie bureaus en stoelen, waar dus bijna nooit iemand op zit...

Tot slot van het hoofdstuk hiërarchie het klapstuk: professoren spreken hun studenten hier aan met "vous", oftewel: u. U?!?! Stel je voor dat mijn promotor Robert mij 4 jaar lang met u zou aanspreken! Wat een afstand...en bovendien hilarisch en totaal misplaatst in egalitair Nederland. Ook de studenten dienen vous te zeggen tegen hun begeleiders natuurlijk. Jaja, waar je als PhD student in Nederland duidelijk een trapje hoger staat dan normale studenten, stel je hier als PhD student net als in Amerika erg weinig voor. Je staat onderaan de academische ladder en je zal het weten ook. De professoren van ons "lab" wilden de studenten zelfs laten betalen voor de koffie...! Maar toen zijn ze gelukkig succesvol in opstand gekomen. Er zijn dus lichtpuntjes :-)

Ik werk trouwens het liefst in het lab, ik heb de bibliotheek een paar keer geprobeerd, maar ik krijg daar meer last van mijn nek en schouders door het rare hoogteverschil tussen bureau en stoel. Verder wel fijn werken, en iedereen is er dus ook gezellig samen lunchen. Maar op het lab is toch fijner: eigen koelkast, je kan thee zetten, weinig mensen om je heen, redelijke stoelen...en een lekker oud krakend gebouw. Daar werk ik dus!

 Overlegruimte, met...

 ...lekkere bank voor als je even een tukje wil doen (doe ik niet hoor! Ik werk)

Het keukentje, met koelkast, waterkoker, waterfilterkan, lekkere theetjes en chocolaatjes...


Dagritme op een werkdag

Hoezeer ik ook in Parijs zit, er moet, zoals ik al zei, ook gewerkt worden. En dat doe ik naar hartelust. Tijdelijk wonen en werken in een ander land heeft twee enorme voordelen: je wordt niet afgeleid door allerlei meetings, afspraken, seminars enzovoort, dus je kan je volledig focussen op JOUW werk. Een situatie die ik in Nederland maar niet kon bereiken, en hier dus wel: van 's ochtends vroeg tot begin van de avond helemaal volledig focussen op één ding, het schrijven van mijn dissertatie. Of, het rapport over de interventie die ik gevolgd heb nu even. Maar dat is bijna af, en daarna kan ik er gewoon elke dag de hele dag aan werken. Een verademing!! Ten tweede, ook je sociale leven is sterk gereduceerd, dus je houdt simpelweg meer tijd over en dat geeft een enorme rust. Het kost me in deze mooie stad vanzelfsprekend geen enkele moeite om die tijd op te vullen ;-) Ik pak een Velibje en fiets gewoon ergens heen!

Mijn dagen doordeweeks zien er als volgt uit: 's ochtends spring ik op de Velib, race ik tussen auto's, motors en scooters door naar de overkant van de Seine (iedere dag langs de Notre Dame...jaja je hoort mij niet klagen ;-)), alwaar zich dus het LIER kantoor bevindt. Velib in de stalling, de 5 trappen op (hijg hijg), en ik ga achter de computer met goede bureaustoel zitten. Er is meestal 1 ander iemand, Corentin (een jongen), die komt net na of voor mij binnen, en Héloise is er ook vaak. En Mischa, een Nederlandse jongen die eerder meedeed aan het uitwisselingsprogramma en zogezegd is blijven hangen: hij doet er nu zijn PhD. Iedereen werkt heel fijn in stilte en om 13 uur wordt er gegeten - dat is overal zo, de standaard lunchtijd is 13 uur. Dan komen natuurlijk niet zoals bij ons de boterhammetjes met kaas tevoorschijn: nee, zoals in ieder ander land (Echt! Wij zijn de enigen met deze rare cheap ass lunch) komen hier hele maaltijden tevoorschijn. Het toppunt was wat mij betreft Corentin gisteren, die gewoon twee grote kippenbouten weg zat te kluiven! Ik maak 's ochtends een grote salade, want als je geen koolhydraten eet met de lunch, heb je eenvoudigweg geen after lunch dip. Als ik brood eet, val ik meestal rond 14 uur in slaap. Toch wat onhandig op kantoor (maar als het gebeurt, doe ik toch gewoon m'n ogen dicht hoor...powernapje).

Tijdens de lunch wordt er natuurlijk Frans gepraat. Hoe ik ook mijn best doe om dit te volgen, het gaat me echt boven mijn pet. Al mijn geknaag helpt ook niet want daardoor hoor je minder goed wat mensen zeggen. Dus, mijn tactiek is nu dat ik ze eerst lekker laat keuvelen en soms vraagt iemand vanzelf of ik het begrepen heb, het antwoord is dan nee en dan volgt een uitleg in het Engels, of ik vraag zelf of ze het nog even willen vertalen. Ja zeg, ik ben me daar betoeterd, ik ga er niet voor Jan met de korte achternaam bijzitten...! Gelukkig spreekt iedere student die ik tot nu toe ontmoet heb gewoon Engels...of nou ja, gewoon, ze komen uit hun woorden ;-)

Rond 18.30 uur ga ik weer naar huis, weer door het spitsverkeer. Het is best wel oppassen met dat fietsen, maar ik vind het stiekem wel leuk, even wat adrenaline kweken na zo'n dagje kantoor! Weer langs de Notre Dame (dag Dame!) en zoeken naar een vrij Velib plekje, want die zijn er niet veel in mijn buurt rond deze tijd. Hoe later op de dag, hoe meer je moet zoeken. Gelukkig lukt het tot nu toe altijd om een plekje te vinden. Gisteren was ik zowaar in een wedstrijdje verwikkeld met een kerel, ik voelde gewoon dat hij wilde parkeren waar ik ook wilde dus ik haalde hem in, maar hij was me te slim af (kwestie van goed de stoplichten uitkienen) en ja hoor, hij parkeerde vlak voor m'n neus in het laatste plekje! Gv&^%@! Hij won op ervaring. Wacht maar, nog even en ik ben ze te slim af!

Daarna thuis koken/restjes opeten rond 20-20.30 uur, wat vroeg is voor Franse begrippen (men eet hier rond 21 uur, de knorrende maag rond 18-19 uur wordt hier natuurlijk stilgehouden met, jawel, het kaasplankje), maar ik vind het dan wel mooi. Nou en dan nog even iets kijken en dan klim ik mijn superhoge hoogslaper in (trapje van 10 treden). Nou goed. Weten jullie dat ook weer allemaal. Net zo saai als ieder ander werkend leven. Maar goed, ik kan wel iedere dag twee keer "dag Dame!" zeggen en de Seine oversteken. Dat dan weer wel ;-)

Kaasplankje
Even off-topic: het was natuurlijk een kwestie van tijd voordat ik ook met een kaasplankje op een terras zou zitten! Hieronder gezellig met Lauren en Nicole, zondag, de eerste dag waarop je zonder jas kon zitten! Nou ja ik dan, Lauren heeft haar jas aan zoals u ziet.


Oh oh oh wat een lekker kaasplankje!! Echt heerlijk, zelfs die blauwe, en daar houd ik normaal helemaal niet van! O ja trouwens nog een leuk wijnweetje: vrijdag was er een feestje in een café. Niet zo'n mooi, sjiek, Frans café, maar een studententent met maar 1 wc, zo'n tent. Ik bestelde een rood wijntje. Kreeg ik de wijnkaart onder mijn neus gedouwd! Haha, ik lachte me rot. Dat kan ook alleen in Frankrijk :-D
 
 En tot slot nog een mooi plaatje van het Parijse Pantheon, dat plotseling en onverwacht ineens boven de gebouwen uittorent...prachtig! Kwam ik zo eens tegen op een fietstochtje...